Heb jij de ambitie om de nieuwe Dan Brown/Stieg Larsson/Karin Slaughter te worden? Lees dan eerst deze onmisbare tips voor het schrijven van een thriller!
Dit artikel verscheen in juni op Ondertussen.nl. Wij vinden het echter een erg leuk artikel en weten dat er veel schrijvers-to-be op deze site (en het forum) zijn!
Bedenk van tevoren de grote lijn van je verhaal
Als je een thriller schrijft, is het belangrijk dat je van tevoren de grote lijnen van het verhaal bedenkt. Details kun je tijdens het schrijven bedenken, maar het is handig om te weten waar je naartoe wilt. Aan het einde van het verhaal moeten namelijk alle lijntjes bij elkaar komen en een logische afsluiting vormen (anders houd je straks een verdwaald lijk over).
Zorg voor een knallende opening
Een goede thriller sleurt de lezer meteen mee. Een goede manier om dat te doen, is om op een vreselijk spannend punt in het boek te beginnen. Je kunt daar bijvoorbeeld een proloog van maken en de precieze details pas later in het boek geven. Een goed voorbeeld van zo’n opening vind je in Nacht in Parijs van Michael Berg, de winnaar van de Gouden Strop 2013.
Gebruik meerdere spanningsbogen
Met de spanningsboog bouw je de spanning in je verhaal op en trek je de lezer mee in het verhaal. In een goede thriller zitten meerdere spanningsbogen. De grootste is de vraag die in het boek centraal staat: wie heeft het gedaan? (Bijvoorbeeld bij een moord, maar ook bij andere misdrijven.)
Met maar één spanningsboog is er een groot risico dat hij in het midden inzakt, en de lezer niets meer aan het verhaal vindt. Daarom moet je tijdens het schrijven meerdere spanningsbogen gebruiken, die kleiner zijn (en dus sneller aflopen) dan de grote boog. Lees verder voor meer specifieke tips voor het opbouwen van de spanning.
Hoe bouw je de spanning op?
De grote spanningsboog is de rode lijn in je verhaal. Door het uitstellen en vertragen van de oplossing, houd je de lezer geboeid. Net als de lezer denkt een stukje dichter bij de oplossing te zijn, gebeurt er weer iets anders! Dat zijn de kleine spanningsbogen: een achtervolging, een cliffhanger (kijk GTST voor inspiratie – zij zijn de koning van de cliffhangers) of een ontvoering.
Wat verder goed werkt: zet de lezer op het verkeerde been. Een goed voorbeeld daarvan komt uit De Da Vinci Code, waar (*spoiler*) degene die de hele tijd met Robert Langdon meereist, uiteindelijk de ultieme slechterik blijkt te zijn.
Je kunt het ook omdraaien en de lezer juist meer informatie geven dan de hoofdpersoon. Dit heet dramatische ironie en zorgt ervoor – als het goed gedaan wordt – dat je als lezer tegen de hoofdpersoon wilt schreeuwen: NIET DOEN! NIET MET HEM MEEGAAN! KIJK ACHTER JE! Zinnetjes als: “Dit bleek later een verschrikkelijk slecht idee te zijn.” doen het ook goed voor de spanning.
Wissel actie af met dialoog en verhaal
Alleen maar actie is doodvermoeiend. Niet alleen voor je hoofdpersoon, maar ook voor je lezer. Daarbij wil de lezer de hoofdpersoon leren kennen, anders is het moeilijk om mee te leven. Neem af en toe de tijd voor een rustige scène. Dialogen zorgen voor een levendiger verhaal (maar te veel geklets is ook weer niet goed).
Verdere tips:
- Zorg dat de ‘slechterik’ vanaf het begin in het verhaal voorkomt. Het is oneerlijk tegenover de lezer als er opeens op de laatste drie bladzijden een maffiabaas opduikt die overal achter zit.
- Kijk de kunst af. Als je veel thrillers leest, weet je na een tijdje wat wel en niet werkt. Zorg wel dat je je eigen ideeën houdt en niet opeens met een geniaal idee komt over een journalist en een briljante hackster met een problematisch karakter.
- Kill your darlings. Niet letterlijk (alhoewel het je verhaal een interessante wending kan geven als je lievelingspersonage opeens doodgaat). Het betekent dat je kritisch naar je verhaal kijkt en alles weghaalt wat niet in dienst staat van het plot. Dit is moeilijk, je kunt ook een genadeloze vriend/vriendin vragen.